Ik ben halverwege het Koreaanse hoofdstuk in mijn leven. Dat maakt me tegelijkertijd blij en droef. Halverwege (on)gelukkig, in beide richtingen. Denk daar maar eens over na.
Lees de titel en je weet het al. Overbodig bloggen als vrijetijdsbesteding, een halfuurtje voor m’n namiddagklas; drijven op de stroming van digitale willekeur, een wereld van youtubelinks en herinneringen rechts. (het www tijdperk is een hemelsluis voor nostalgici bedacht ik zo.)
… vlees eet. En veel.
De Duivels hebben het voorwaar niet slecht gedaan in dat hels stadion in Istanbul. Een stevige as met jongens die alleen beter kunnen worden – Fellaini, Kompany, Vertongen (!), Defour, Mirallas/Dembele, Witsel – en van voor en van achter een brok ervaring. Meer moet dat niet zijn. Twee oudere mannen. En laat die jonkies daartussen maar spelen. Simons en Sonck.
De aanloop naar de ingang van de paardenkoers ligt bezaaid met gidsen en zwarte stiften; sommige mensen lachen, andere mensen kijken geconcentreerd in hun boekje of tellen hun geld. Hij niet. Hij is een toerist die zijn kans komt wagen.
Straks loop jij je laatste wedstrijd op de Memorial Vandamme, één van de beste atletiekmeetings in de wereld. Ik heb er…
Het gesport zit erop, dus ik kan weer over mezelf vertellen. Over mijn spannend leven hier tussen de Koreaantjes, met hun koddige gezichtjes en korte beentjes. Hun gitzwart haar en donkere ogen. Met hun bescheidenheid en, eens je een plaats hebt veroverd in het hart, onvoorwaardelijke trouw en inzet.